Daarom zeg ik jullie: Maak je geen zorgen over je leven, wat je zult eten of drinken, of over je lichaam, wat je zult dragen. Is het leven niet meer dan het voedsel, en het lichaam niet meer dan de kleding? — Matteüs 6:25

Maak de boom goed en zijn vrucht zal goed zijn, of maak de boom slecht en zijn vrucht zal slecht zijn, want een boom wordt herkend aan zijn vrucht. — Matteüs 12:33

Want voor God is niets onmogelijk. — Lukas 1:37

Wees moedig, zoon, je zonden zijn je vergeven. — Matteüs 9:2

Heb de Heer, je God, lief met heel je hart, met heel je ziel en met heel je verstand. — Matteüs 22:37

Wie niet liefheeft, kent God niet, want God is liefde. — 1 Johannes 4:8

Wat baat het een mens de hele wereld te winnen, maar zijn ziel te verliezen? — Marcus 8:36

Leer een kind de weg die hij moet gaan, en hij zal er niet van afwijken, ook niet als hij oud is. — Spreuken 22:6

Maak je geen zorgen over morgen, want morgen zal voor zichzelf zorgen. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen zorgen. — Mattheüs 6:34

Liefde is geduldig, liefde is vriendelijk; liefde is niet jaloers, niet trots, niet arrogant of onbeleefd. Liefde zoekt niet haar eigen belang, wordt niet boos, houdt geen rekening met het kwaad, verheugt zich niet over onrecht, maar verheugt zich in de waarheid.— 1 Korintiërs 13:4-6

De persoon die zonder blaam leeft, doet wat juist is en spreekt de waarheid oprecht; die met zijn woorden geen schade aanricht, geen vriend schaadt, geen buurman beledigt; iemand die de boosdoeners veracht, maar de eer betuigt aan wie de Heer eert; iemand die zijn belofte houdt, zelfs als het pijn doet. — Psalm 15:2-4

Ik ben de opstanding en het leven. Wie in mij gelooft, zal leven, ook al sterft hij. — Johannes 11:25

Heb je naaste lief als jezelf. — Matteüs 22:39

Vrees niet voor wie het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden. Vrees eerder degene die zowel ziel als lichaam in de hel kan vernietigen. — Matteüs 10:28

Wees gerust! Het is Ik. Wees niet bang.

Gooi je parels niet voor de zwijnen. — Mattheüs 7:6

Laat alles in liefde gebeuren. — 1 Korintiërs 16:14

Velen die de eersten zijn, zullen de laatsten zijn, en velen die de laatsten zijn, zullen de eersten zijn. — Mattheüs 19:30

Vertrouw op de Heer met heel je hart en steun niet op je eigen inzicht. — Spreuken 3:5

Wie in mij gelooft, zoals de Schrift zegt, zullen stromen van levend water uit hem vloeien. — Johannes 7:38

En mijn God zal in al uw behoeften voorzien, overeenkomstig zijn rijkdom in heerlijkheid in Christus Jezus. — Filippenzen 4:19

Oordeel niet, opdat jullie niet geoordeeld worden. Want met het oordeel waarmee jullie oordelen, zullen jullie geoordeeld worden, en met de maat waarmee jullie meten, zal ook jullie gemeten worden. — Mattheüs 7:1-2

Maar degenen die hopen op de Heer, krijgen nieuwe kracht; ze stijgen op met vleugels als arenden; ze lopen en worden niet moe, ze wandelen en worden niet zwak.— Jesaja 40:31