We controleren nog enkele vertalingen.
Bedankt voor uw begrip.
We controleren nog enkele vertalingen.
Bedankt voor uw begrip.
Deze overgave zal alleen plaatsvinden wanneer de 'ik'-gedachte niet meer met opkomende gedachten wordt geïdentificeerd. Zolang er nog dwaalgedachten zijn die je aandacht trekken of ontwijken, zal de 'ik'-gedachte altijd zijn aandacht naar buiten richten in plaats van naar binnen. Het doel van zelfonderzoek is om de 'ik'-gedachte naar binnen te laten bewegen, naar het Zelf. Dit zal automatisch gebeuren zodra je stopt met interesse tonen voor een van je opkomende gedachten.
Er zijn zoveel gedachten in de geest. Gedachte na gedachte na gedachte. Maar er is één gedachte die continu is, hoewel deze meestal onbewust is: 'Ik ben het lichaam'. Dit is de draad waaraan alle andere gedachten worden geregen. Zodra we ons identificeren met het lichaam door deze gedachte te denken, volgt maya. Het volgt ook dat als we stoppen met ons te identificeren met het lichaam, maya ons niet meer zal beïnvloeden.
Bhagavan is altijd aanwezig, in jou en voor je. Als je de visie op Bhagavan niet bedekt met je ego, is dat voldoende. Het ego is het idee 'Ik ben het lichaam'. Verwijder dit idee en je zult stralen als het Zelf.
Wanneer Bhagavan zo sprak, gebruikte hij soms de analogie van een belegerd fort. Als men systematisch alle ingangen van zo'n fort sluit en de bewoners één voor één verwijdert terwijl ze proberen eruit te komen, zal het fort vroeg of laat leeg zijn.
Als je echter je waakzaamheid ook maar een paar seconden laat verslappen en nieuwe gedachten ongehinderd laat ontsnappen en ontwikkelen, zal de belegering worden opgeheven en zal de geest een deel of al zijn vroegere kracht herwinnen.
Tayumanuvar, een Tamil-heilige die vaak door Bhagavan werd geciteerd, schreef in een van zijn gedichten: 'Mijn Guru vertelde me alleen dat ik bewustzijn ben. Toen ik dit hoorde, hield ik me vast aan bewustzijn. Wat hij me vertelde was slechts één zin, maar ik kan de gelukzaligheid die ik bereikte door me vast te houden aan die ene simpele zin niet beschrijven. Door die ene zin bereikte ik een vrede en een geluk die nooit in woorden kunnen worden uitgelegd.'
De geest is slechts een verzameling van gedachten en de denker die ze denkt. De denker is de 'ik'-gedachte, de primaire gedachte die uit het Zelf oprijst vóór alle andere gedachten, die zich met alle andere gedachten identificeert en zegt: 'Ik ben dit lichaam'. Wanneer je alle gedachten hebt uitgeroeid, behalve de denker zelf, door onophoudelijk onderzoek of door ze geen aandacht te schenken, zinkt de 'ik'-gedachte in het Hart en geeft zich over, waarbij alleen een bewustzijn van bewustzijn achterblijft.
Als je het beleg lang genoeg kunt volhouden, komt er een moment waarop er geen gedachten meer opkomen; of als ze dat wel doen, zullen het slechts vluchtige, niet-afleidende beelden aan de rand van het bewustzijn zijn. In die gedachtevrije toestand begin je jezelf te ervaren als bewustzijn, niet als geest of lichaam.