Zazen-praktijk en dagelijkse activiteiten zijn één ding. We noemen zazen het dagelijks leven, en het dagelijks leven zazen.
De geest van de beginner is leeg, vrij van de gewoonten van de experts, klaar om te accepteren, te twijfelen en open voor alle mogelijkheden.
Het leven zonder zazen is als het opwinden van je klok zonder hem in te stellen. Hij werkt perfect, maar hij geeft geen tijd aan.
De wereld is zijn eigen magie.
Wanneer we werkelijk onszelf worden, worden we gewoon een deurgat, en zijn we volledig onafhankelijk van alles, terwijl we tegelijkertijd afhankelijk zijn van alles.
Ego is een sociale instelling zonder fysieke realiteit. Het ego is simpelweg je symbool van jezelf.
Het gaat dus niet om de vraag of het mogelijk is om Boeddhaschap te bereiken, of of het mogelijk is om een dakpan een juweel te maken. Maar gewoon werken, gewoon leven in deze wereld met dit begrip, is het belangrijkste punt, en dat is onze praktijk. Dat is waar zazen.
Als je denkt dat je lichaam en geest twee zijn, is dat verkeerd; als je denkt dat ze één zijn, is dat ook verkeerd. Ons lichaam en geest zijn zowel twee als één.
De beste manier om koeien en schapen te controleren, is door ze een groot weideveld te geven.
Wanneer je zegt: "Wacht even," ben je gebonden aan je karma; wanneer je zegt "Ja, ik zal," ben je vrij.
Om geen sporen achter te laten, wanneer je iets doet, zou je het met je hele lichaam en geest moeten doen; je zou je moeten concentreren op wat je doet. Je zou het volledig moeten doen, zoals een goed kampvuur. Je zou geen rokerig vuur moeten zijn. Je zou jezelf volledig moeten verbranden. Als je jezelf niet volledig verbrandt, blijft er een spoor van jezelf in wat je doet. Je zou geen resten moeten hebben nadat je iets hebt gedaan. Maar dit betekent niet alles erover te vergeten.
De geest van de beginner is de geest van compassie. Wanneer onze geest vol compassie is, is hij grenzeloos.
Toen hij zich boog voor al die boeddha's, waren de boeddha's voor wie hij zich boog buiten zijn eigen begrip. Hij deed het keer op keer.
Wanneer we inademen, komt de lucht de innerlijke wereld binnen. Wanneer we uitademen, gaat de lucht naar de uiterlijke wereld. De innerlijke wereld is onbeperkt, en de uiterlijke wereld is ook onbeperkt. We zeggen "innerlijke wereld" of "uiterlijke wereld", maar in werkelijkheid is er slechts één geheel wereld.
Als je trots bent op je prestatie of ontmoedigd raakt door je idealistische inspanning, zal je praktijk je beperken door een dikke muur.
Omdat we de waarheid van vergankelijkheid niet kunnen accepteren, lijden we.
Het leven is als het betreden van een boot die op het punt staat uit te zeilen naar zee en te zinken.